Geschrokken van je eerste 2023 kwartaalafrekening sociale bijdragen? Verlagen kan, maar pas op!

Elke zelfstandige betaalt eerst voorlopige sociale bijdragen. Die worden berekend op de inkomsten van 3 jaar geleden. Voor je bijdragen verschuldigd in 2023 wordt dus je (definitief) inkomen uit 2020 gebruikt als berekeningsbasis. Daartoe worden die inkomsten van 2020 geïndexeerd. De coëfficiënt die dit jaar gebruikt wordt bedraagt maar liefst 1,18313797. Vorig jaar bedroeg de indexeringscoëfficiënt slechts 1,06473156 (indexatie van inkomsten 2019 naar 2022). Concreet betekent dit dat je voorlopige bijdrage bijna 12% hoger ligt dan vorig jaar (bij gelijkblijvend inkomen). Deze torenhoge indexering coëfficiënt van 2023 heeft natuurlijk alles te maken met de al even torenhoge inflatie die we in 2022 meemaakten.

Het inkomen van de zelfstandige stijgt jammer genoeg niet altijd zomaar mee met de inflatie. Vooral bestuurders van vennootschappen passen in de praktijk hun bezoldigingspakket niet zomaar aan in functie van de index. In geval je inkomsten in 2023 in realiteit eerder zullen aanleunen bij je inkomsten van 2020 en niet zomaar met meer dan 18% zullen stijgen (t.o.v. 2020), dan kan je je sociaal verzekeringsfonds verzoeken om je bijdragen alsnog op een lager en meer realistisch geraamd inkomen te berekenen.

Vergis je echter niet! Heb je je sociaal verzekeringsfonds verzocht je voorlopige bijdragen te verlagen, maar blijkt aan het eind van het jaar dat je toch een hoger inkomen hebt gerealiseerd, dan moet je de nodige bijstorting verrichten voor eind 2023! Zoniet, riskeer je een wettelijke interest aangerekend te krijgen op het onbetaalde saldo die kan oplopen tot meer dan 20%. Bovendien zijn deze verhogingen sinds 2020 niet langer fiscaal aftrekbaar.

De bijdragepercentages wijzigen niet in 2023. Een zelfstandige betaalt nog steeds 20,50 % sociale bijdragen op zijn beroepsinkomen (tot een inkomen van EUR 70.857,99). Daarboven daalt het bijdragepercentage tot 14,16% tot EUR 104.422,24 beroepsinkomen. Boven EUR 104.422,24 is er geen sociale bijdrage meer verschuldigd.

De tariefschalen werden wel mee geïndexeerd. Hierdoor val je minder snel in de lagere tweede tariefschijf van 14,16%. Waar in 2022 de lagere schijf nog startte vanaf EUR 63.297,86 en de bijdrage plicht stopte bij een inkomen van EUR 93.281,02, werden deze bedragen in 2023 respectievelijk opgetrokken tot EUR 70.857,99 en EUR 104.422,24.

In vele dossiers zal er dus zonder al te veel risico een aanzienlijke vermindering kunnen aangevraagd worden, maar noteer toch maar in de agenda dat je naar het eind van 2023 toe je best nog even je rekenwerk overdoet om onaangename verrassingen te vermijden.

Voor meer informatie kan je terecht bij onze collega's van Tax&Legal: tax-legal@bofisc.be
 
SocialeBijdragen