Voor de berekening van de sociale bijdragen worden die inkomsten van 2021 geïndexeerd. De coëfficiënt die dit jaar gebruikt wordt bedraagt maar liefst 1,18678260. Vorig jaar kregen we ook al zo’n hoge indexatiecoëfficiënt te verwerken (1,18313797). Die torenhoge indexeringscoëfficiënt van 2024 (net zoals die van vorig jaar) heeft natuurlijk alles te maken met de al even torenhoge inflatie die we in 2022 meemaakten.
Concreet betekent dit dat een zelfstandige met een netto-beroepsinkomen van EUR 40.000 in 2021 een afrekening ontvangt berekend op een geraamd inkomen van EUR 47.471,30 wat zijn kwartaalbijdrage (exclusief administratiekosten) doet stijgen van EUR 2.050 (EUR 40.000 x 20,5%) naar zomaar eventjes EUR 2.432,90 (EUR 47.471,30 x 20,5%).
Het inkomen van de zelfstandige stijgt natuurlijk niet zomaar mee met de inflatie. Bestuurders van vennootschappen passen in de praktijk meestal hun bezoldigingspakket ook niet elk jaar aan in functie van de index.
In geval je inkomsten in 2024 in realiteit eerder zullen aanleunen bij je inkomsten van 2021 en niet zomaar met meer dan 18% zullen stijgen (t.o.v. 2021), dan kan je mits een spreekwoordelijke druk op de knop je sociaal verzekeringsfonds verzoeken om je bijdragen alsnog op een lager en meer realistisch geraamd inkomen te berekenen.